Perscommuniqué - Duurzame en groene financiering: een verkenning van nieuwe markten
Artikel voor het Economisch Tijdschrift van september 2017
De groeiende aandacht voor duurzame en verantwoorde investeringen hangt samen met een aantal recente ontwikkelingen op wereldniveau. De inachtneming van de door de economische bedrijvigheid teweeggebrachte klimaatverandering is daar één van de belangrijkste van. Zo hebben de noodzaak om de opwarming te beperken en de verbintenissen van de landen ter zake aangezet tot een reflectie over het belang van de transformatie van de productieprocessen en de financiering daarvan. Met name inzake de productie van energie, het transport en de energie-efficiëntie zullen in de nabije toekomst massale investeringen in groene projecten nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te halen. Die projecten vertonen echter enkele kenmerken (langetermijnperspectief, gebruik van nieuwe technologieën, complexiteit, verschillende eraan verbonden risico’s, onzeker rendement) die een aanpassing vergen van het huidige kader van de financiële markten.
Het aanbod van duurzame en groene financiering wordt immers door een aantal factoren afgeremd. Enerzijds blijkt de huidige koolstofmarkt de vervuilende industrieën slechts weinig te bestraffen. Op die markt worden de schadelijke gevolgen voor het klimaat derhalve niet ten volle in aanmerking genomen, evenmin als de positieve impact van duurzame en groene investeringen. Anderzijds lijken die beleggingen voor potentiële investeerders nog onvoldoende te renderen. Bovendien blijven sommige economischbeleidsmaatregelen of op de financiële markten geldende regels ontoereikend om een soepele transitie van de financiering van de economie te bevorderen en de vorming van gestrande activa (dat wil zeggen activa die in waarde verminderd zijn als gevolg van aanzienlijke en bruuske veranderingen in bijvoorbeeld de milieuverplichtingen) te voorkomen. Die tekortkomingen, alsook de relatief geringe transparantie, het gebrek aan een gezamenlijke definitie en de behoefte aan toezicht op als duurzaam gelabelde financiële producten, remmen de ontwikkeling van deze producten af.
Groene obligaties, die meestal worden aangewend voor duidelijk omschreven projecten, blijken daarentegen een veelbelovend voorbeeld te zijn van een duurzaam financieel product. Op deze markt, die oorspronkelijk werd gedomineerd door internationale overheidsinstellingen, wordt vandaag geïnvesteerd door de private sector en door lokale overheden om tal van projecten te financieren (hernieuwbare energieën, energie-efficiëntie, vervoersinfrastructuur, enz.). Groene obligaties hebben zowel voor de emittenten als voor de investeerders diverse troeven vanwege het surplus aan transparantie en voorspelbaarheid. Er zijn echter ook extra kosten aan verbonden (labeling, rapportering) alsook risico’s inzake hun geloofwaardigheid, greenwashing (waarbij het milieu of duurzame ontwikkeling oneigenlijk of bedrieglijk worden aangevoerd als argumenten om een product te promoten) of tegenpartijrisico’s.
In België wordt, net als in Europa, het wetgevende kader aangepast ter bevordering van de groene financiering ; er worden private initiatieven genomen om duurzame labels uit te werken of om de definities te harmoniseren en de financiële producten in kwestie transparanter te maken. Het in duurzame investeringen geïnvesteerde volume blijft vooralsnog relatief beperkt, zowel wat de beleggingsfondsen als wat de spaarproducten betreft.
Om aan de toenemende vraag te voldoen, moet het aanbod van duurzame en groene financiering een aantal uitdagingen aangaan, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid. Deze laatste beschikt over verscheidene mechanismen om de financieringsstromen te kanaliseren naar industriële projecten die milieuvriendelijker zijn en in hogere mate voldoen aan andere sociale, ethische of met een beter bestuur samenhangende criteria. Die mechanismen betreffen stimuli (vaststelling van bindende doelstellingen, incalculeren van de externaliteiten), regelgeving (oprichting van toezichthoudende organen, inachtneming van langetermijnrisico’s) en markttransparantie (labeling, creatie van aandelen- en obligatie-indices).