Acht Belgische banken hernieuwd als systeemrelevante instellingen
Zoals elk jaar heeft het Directiecomité van de Nationale Bank van België (NBB), in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit, de aanwijzing van Belgische banken als binnenlandse systeemrelevante banken opnieuw bekeken. De NBB heeft ook de extra kapitaalvereisten onderzocht die aan de Belgische systeemrelevante instellingen (O-SII’s) worden opgelegd.
Aangezien systeemrelevante banken gedefinieerd worden als instellingen waarvan het in gebreke blijven een significante impact zou hebben op het financiële stelsel of de reële economie, zijn er twee redenen om aan deze instellingen aanvullende kapitaalvereisten op te leggen: (1) om de kans op wanbetaling van de instelling te verkleinen, gezien de hoge economische en sociale kosten die dit teweeg zou brengen; (2) om aan de instelling een buffer op te leggen die de negatieve externe effecten van een in gebreke blijven weerspiegelt.
De methodologie van de Europese Bankautoriteit (EBA) voor de identificatie van systeemrelevante banken houdt in dat voor elke bank een score wordt berekend uitgaande van kwantitatieve indicatoren met betrekking tot de omvang, de complexiteit, de verwevenheid en de substitueerbaarheid (de mate waarin andere instellingen snel kritieke diensten kunnen overnemen). Aan de hand van deze methodologie werd de aanwijzing als O-SII hernieuwd van acht Belgische banken die in 2020 als O-SII’s werden aangewezen: BNP Paribas Fortis, KBC Groep, Belfius Bank, ING België, Euroclear, The Bank of New York Mellon, Argenta en Axa Bank Belgium [1].
Het Directiecomité van de NBB heeft besloten de in 2015 aangekondigde hogere kapitaalvereisten te handhaven voor elk van deze O-SII’s. De niveaus van de extra kapitaalvereisten bedragen respectievelijk: 1,5% voor BNP Paribas Fortis, KBC Groep, Belfius Bank en ING België; 0,75% voor Euroclear, The Bank of New York Mellon, Argenta en Axa Bank Belgium [2].
Hoewel de aanhoudende crisis heeft geleid tot het vrijgeven van bepaalde macroprudentiële kapitaalbuffers, zijn O-SII-buffers voornamelijk structureel en zou elke tijdelijke vrijgave moeten worden gecoördineerd met de betrokken nationale en internationale instellingen. Als er behoefte zou zijn aan aanvullende ondersteuningsmaatregelen, zou het vrijgeven van de O-SII-buffers waarschijnlijk een van de laatste macroprudentiële instrumenten zijn die worden gebruikt.
[1] Aangezien Dexia onderworpen is aan de specifieke vereisten van een door de EU goedgekeurd herstructureringsplan, werd zij niet opgenomen in de lijst van instellingen waaraan dit extra kapitaalvereiste wordt opgelegd.
[2] Behoudens de bovengrens bepaald in Artikel 14§5 van Bijlage IV van de Belgische Bankwet.