Perscommuniqué - Verloop van de resultaten en van de financiële structuur van de ondernemingen in 2007

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van december 2008

Ieder jaar stelt de Nationale Bank in het Economisch Tijdschrift van december de ontwikkelingen voor zoals die blijken uit de jaarrekeningen van de niet-financiële vennootschappen. Het artikel van dit jaar omvat drie gedeeltes. In het eerste deel worden de gevolgde methodologie en het gebruikte staal beknopt toegelicht. De belangrijkste posten van de resultatenrekening voor het boekjaar 2007 worden in het tweede deel geëxtrapoleerd. In het derde deel, ten slotte, wordt de financiële situatie van de vennootschappen beoordeeld, in het bijzonder hun rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Het weze opgemerkt dat de analyse uitsluitend betrekking heeft op het jaar 2007 en dus in geen enkel opzicht vooruitloopt op ontwikkelingen die in 2008 werden opgetekend, in het bijzonder op de gevolgen van het uitbreken van de financiële crisis. 

Net als het voorgaande jaar, is de economische activiteit in 2007 opnieuw aanzienlijk gestegen, met een groeitempo van 2,8 pct., tegen 2,9 pct. in 2006. Ondanks de in de Verenigde Staten opgetekende vertraging, bleef de externe vraag solide, terwijl de binnenlandse vraag naar investeringen en consumptie fors aantrok. Al bij al is de activiteit gedurende nagenoeg twee jaar sterk blijven groeien. In de tweede helft van 2007 begon de activiteit echter te vertragen. Hoewel die vertraging vervolgens krachtig doorzette, bleef ze in 2007 relatief beperkt, gelet op de gelijktijdige externe ontwikkelingen (beroering op de financiële markten, snelle appreciatie van de euro en stijgende grondstoffenprijzen).

De toegevoegde waarde van de niet-financiële vennootschappen liet dan ook een soortgelijk verloop optekenen als tijdens de voorgaande jaren, met een groeitempo van 4,8 pct. tegen lopende prijzen. Doordat de totale bedrijfskosten (en dan vooral de personeelskosten en de afschrijvingen) opnieuw minder snel toenamen dan de toegevoegde waarde, is het netto bedrijfsresultaat voor het zesde opeenvolgende jaar verbeterd. Tussen 2001 en 2007 is het meer dan verdubbeld: van 17 miljard steeg het geleidelijk tot ruim 35 miljard euro. Zoals reeds werd uiteengezet in de vorige uitgaven van dit artikel, is dit verloop vanuit historisch oogpunt uitzonderlijk te noemen, zowel qua duur als qua omvang. Zoals wordt bevestigd door de analyse van de exploitatiemarge, getuigt deze ontwikkeling van een bij de ondernemingen nooit eerder gezien vermogen om inkomens te creëren voor de aandeelhouders.
 
De financiële gezondheid van de ondernemingen is in 2007 overigens opnieuw verbeterd. Hoewel de geglobaliseerde ratio’s van de grote ondernemingen erop achteruit gingen, moet dat worden toegeschreven aan geïsoleerde gevallen. Het verloop van de mediaanratio’s, daarentegen, toont aan dat de meerderheid van de ondernemingen, ongeacht de grootte ervan, vooruitging in het vlak van rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Enkel de rentekosten van de financiële schulden gingen in 2007 omhoog, als gevolg van de opeenvolgende verhogingen van de basisrentetarieven van het Eurosysteem en, sedert de zomer, van de spanningen op de financiële markten naar aanleiding van de subprime-crisis.