4.1.3.3. Werking

4:56 De effectieve leiding vormt een college dat gezamenlijk - bij voorkeur unaniem, zoniet bij meerderheid - tot beslissingen komt, waarbij de effectieve leiders elkaar effectief controleren[1]. Als er een directiecomité wordt opgericht, is het een collegiaal orgaan.

4:57 De collegialiteit verhindert echter niet dat de leden van de effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité individueel specifieke bevoegdheidsgebieden krijgen toebedeeld. In dit verband wordt aanbevolen dat bij de interne taakverdeling tussen de effectieve leiders (in voorkomend geval de leden van het directiecomité) (i) een strikte scheiding wordt gehandhaafd tussen “Risk Management” en “Investment” alsook tussen “Risk Management” en “Commercial”, en (ii) de interne audit wordt toevertrouwd aan een effectieve leider of een lid van het directiecomité die/dat niet anderszins verantwoordelijk is voor “Commercial”.

4:58 De taakverdeling tussen de leden van de effectieve leiding of, in voorkomend geval, van het directiecomité moet aan de NBB worden meegedeeld overeenkomstig artikel 61, § 3 van de toezichtswet beursvennootschappen en in het governancememorandum worden opgenomen. Belangrijke wijzigingen in deze taakverdeling moeten vooraf ter goedkeuring aan de NBB worden voorgelegd[2].

4:59 De besluiten van de effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité worden genomen bij consensuss[3] en genotuleerd. Alle leden zijn loyaal ten aanzien van deze beslissingen. De notulen van de vergaderingen geven een samenvatting van de besprekingen, specificeren de besluiten die werden genomen en maken melding van de uiteenlopende standpunten van de leden, in overeenstemming met de bepalingen van de corporate governance code zoals bekendgemaakt bij koninklijk besluit van 12 mei 2019.

4:60 Aanbevolen wordt dat de effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité een intern reglement[4] vaststelt waarin de samenstelling, taken en werking ervan worden beschreven en dat met name in overeenstemming is met artikel 59/1 van de toezichtswet beursvennootschappen betreffende het beheer van belangenconflicten. De NBB beveelt aan om dit intern reglement als bijlage bij het governancememorandum te voegen.

4:61 De effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité komt regelmatig bijeen

4:62 Voor de regels inzake introductie en opleidingen zij verwezen naar het deel over het wettelijk bestuursorgaan hierboven en naar het "fit & proper"-handboek van de NBB.

 

[1] De gebeurlijke delegatie van bevoegdheden in verband met het dagelijks bestuur is juridische duidelijk omkaderd (bv. in de statuten.

[2] Zie voetnoot 129 van het “fit & proper"-handboek van de NBB.

[3] Als de effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité uit slechts 2 personen bestaat, moeten mechanismen worden ingesteld om impasses in de besluitvorming te voorkomen.

[4] Dit reglement moet niet noodzakelijkerwijs voldoen aan de voorwaarden van artikel 2:59 van het WVV.