De Nationale Bank van België behoudt het contracyclische kapitaalbufferpercentage op nul (2017 Q2)
Per 1 januari 2016 trad de contracyclische kapitaalbuffer (countercyclical capital buffer, CCyB) in werking. Het percentage van de buffer moet in principe tussen nul en 2,5 % van de risicogewogen activa van de kredietinstellingen liggen, maar kan op een hoger niveau worden vastgelegd indien de onderliggende risico’s daartoe aanleiding geven. De CCyB werd ingevoerd in het Bazel III‑raamwerk met als doel de duurzame verstrekking van krediet tijdens de cyclus te ondersteunen, door het weerstandsvermogen van de kredietinstellingen te versterken. Kapitaalbuffers worden met name opgelegd bij een toename van de cyclische systeemrisico’s (bv. bij buitensporige kredietgroei), om deze aanvullende vereisten te kunnen afbouwen wanneer de cyclus omkeert en de risico’s beginnen te dalen. Indien de risico’s optreden – zoals in een situatie van financiële stress – kan worden besloten de buffer ineens vrij te geven, zodat de banken extra ademruimte krijgen en aldus beter in staat zijn om verliezen op te vangen en hun kredietverlening op peil te houden.
De wet vereist dat de Bank het percentage van de contracyclische kapitaalbuffer vaststelt op basis van een of meer referentie-indicatoren die een afspiegeling zijn van de kredietcyclus en de risico’s als gevolg van buitensporige kredietgroei in België, en die rekening houden met de specifieke kenmerken van de nationale economie. De indicatoren en de strategie die gehanteerd worden om het bufferpercentage vast te leggen worden uitgebreid toegelicht in het document ‘Vaststelling van het contracyclische bufferpercentage in België: een beleidsstrategie’. Uit die informatie, die in detail wordt toegelicht in het document ‘Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (2e kwartaal 2017)’, blijkt dat noch het kredietverloop, noch de andere gehanteerde indicatoren momenteel wijzen op een opbouw van cyclische systemische risico’s. Bijgevolg heeft de Bank op 27 maart 2017 besloten het contracyclisch bufferpercentage voor de kredietrisicoblootstellingen op tegenpartijen die op het Belgische grondgebied zijn gevestigd voor het tweede kwartaal van 2017 te behouden op 0 %. Dat bufferpercentage zal na drie maanden opnieuw worden bekeken.