Investeringen en hervormingen in Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje en het herstel- en veerkrachtplan van België
Vroeg in de COVID-19-crisis hebben de autoriteiten van de Europese Unie en de regeringen van de lidstaten een EU-breed herstelplan opgezet, NextGenerationEU. Ongeveer 90 % van dit plan gaat naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Landen die vóór de pandemie economisch kwetsbaarder waren en door de pandemie zwaardere economische verliezen hebben geleden, zoals Italië en Spanje, zullen naar verwachting meer middelen ontvangen dan andere landen zoals Duitsland, Frankrijk en België.
In ruil voor subsidies en leningen moesten de lidstaten nationale herstel- en veerkrachtplannen indienen waarin ze hun investeringsprojecten en hervormingen omschreven.
De uitvoering en dus het welslagen van het NextGenerationEU-herstelplan hangen bijgevolg af van de wijze waarop de nationale regeringen deze kans op EU-financiering zullen aangrijpen om prioriteit te geven aan investeringen en hervormingen die het groeipotentieel van de economie ondersteunen, bijdragen aan de groene en digitale transitie en de weerbaarheid vergroten op gezondheidsvlak en op economisch, sociaal en institutioneel gebied.
In dit artikel werd een diepgaande analyse gemaakt van de nationale herstel- en veerkrachtplannen van België en van de vier grootste EU-lidstaten - Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje - aangezien de plannen van deze lidstaten naar verwachting meer zullen bijdragen aan het Belgische bbp dan het herstel- en veerkrachtplan van België zelf. We tonen met name aan dat investeringen en hervormingen in deze nationale plannen hand in hand gaan: hoe meer EU-subsidies regeringen ontvangen, hoe meer hervormingen ze naar verwachting zullen doorvoeren.