Het wordt soms vergeten, maar de nationale rekeningen geven niet alleen een gedetailleerd beeld van de structuur en de economische situatie van ons land, ze dienen ook om de Belgische bijdrage aan de begroting van de Europese Unie te berekenen.

Van de eigen middelen waarmee de begroting van de Unie wordt gefinancierd, maakt de nationale bijdrage op basis van het bruto nationaal inkomen (BNI) momenteel het grootste deel uit, namelijk zo’n twee derde. De overige eigen middelen zijn afkomstig uit btw, douanerechten en niet-gerecycleerd plastic. Deze lijst kan in de nabije toekomst eventueel worden aangevuld met de koolstoftaks en de mondiale belasting op multinationals die de Unie wil opnemen in haar inkomsten om het Europese herstelplan te financieren en een nieuw sociaal fonds voor het klimaat aan te leggen.

De waarde van het bruto nationaal inkomen benadert die van het bbp. Het is de som van de inkomsten van de ingezetenen van een economie over een bepaalde periode, met andere woorden het bbp vermeerderd met het nettosaldo van de primaire inkomensstromen met de rest van de wereld.

Omdat het BNI-aggregaat zo belangrijk is in de Europese begroting, ziet Eurostat er nauwlettend op toe dat de lidstaten het op een correcte en geharmoniseerde manier berekenen. We moeten regelmatig rekenschap afleggen aan de Europese waakhond over de bronnen en methodes die we gebruiken om het BNI en meer algemeen de nationale rekeningen te berekenen. Die informatie bundelen we in de zogenaamde BNI-inventaris.

De Bank publiceert daarvan vandaag een update. U vindt er gedetailleerde informatie over de bronnen en methoden die we momenteel gebruiken om tal van aggregaten van de nationale rekeningen op te stellen, waaronder het BNI. Met deze publicatie dragen we bij aan de transparantie over de activiteiten van de Bank voor het grote publiek, inclusief haar statistische activiteiten in het kader van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR).