Hoe de Belgische ondernemingen de COVID-19-crisis hebben doorstaan
Naarmate de pandemie zich verder ontwikkelde, waarschuwden economische waarnemers ervoor dat de verliezen veroorzaakt door de crisis de vermogenspositie van bedrijven wellicht zouden verslechteren. Bovendien zou het aanvullen van de kasposities de schuldenlast van de ondernemingen aanzienlijk doen stijgen.
In tegenstelling tot de vermelde bezorgdheden, blijkt uit het artikel dat de algemene financiële gezondheid van overlevende bedrijven in 2020 niet significant verslechterd is. Deze bevinding weerspiegelt het gunstige effect van de - zowel generische als gerichte - beleidsmaatregelen en van de corrigerende maatregelen die bedrijven zelf hebben genomen. Bedrijven hebben in het bijzonder getoond dat zij aanzienlijk in staat zijn om hun kosten te drukken wanneer hun inkomsten dalen. De resterende druk op de liquiditeitspositie werd vervolgens verlicht met particuliere spaargelden (met name via voorschotten op lopende rekeningen), achtergestelde leningen (met inbegrip van leningen die door gewestelijke investeringsmaatschappijen werden verstrekt), bankkrediet en - in beperkte mate - kapitaalinjecties. Verder wordt in het artikel gewezen op, en een verklaring gegeven voor, het geringe aantal recente faillissementsprocedures.
Ten slotte biedt de analyse ook een nieuw perspectief op de rol van de banksector bij de ondersteuning van de reële economie tijdens de pandemie. Dit is een belangrijk punt, aangezien er aanzienlijke beleidsmaatregelen waren genomen om de capaciteit van de banksector voor dat doel te ondersteunen. Uit de analyse blijkt dat de banken niet alleen extra krediet aan bedrijven hebben verstrekt, maar ook tegemoetkomingen hebben gedaan voor bestaande schuldovereenkomsten.