Macroprudentiële mededeling van de NBB inzake dividenduitkeringen

Na eerdere mededelingen van de ECB en de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) waarin de financiële instellingen werden verzocht af te zien van dividenduitkeringen (en andere vergelijkbare acties), heeft het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ESRB) op 27 mei 2020 een bijkomende aanbeveling gepubliceerd voor de relevante autoriteiten (ESRB/2020/7).

In deze aanbeveling roept het ESRB de relevante autoriteiten, waaronder de nationale macroprudentiële autoriteiten, op om de onder hun toezichtsbevoegdheden vallende financiële instellingen te verzoeken om tot ten minste 1 januari 2021 af te zien van de volgende acties: 

a) het verrichten van een dividenduitkering of van een onherroepelijke toezegging tot een dividenduitkering;

b) het terugkopen van gewone aandelen;

c) het creëren van een verplichting om een variabele beloning te betalen aan een materiële risiconemer. 

De NBB, in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit, acht de verlenging van de bestaande beperkingen op dividenduitkeringen en variabele beloning gerechtvaardigd. Door af te zien van kapitaal- en winstuitkeringen (of soortgelijke verrichtingen) wordt de veerkracht van de financiële sector behouden en zelfs versterkt en wordt tegelijkertijd het gelijke speelveld in de sector gewaarborgd. Tegen de achtergrond van aanzienlijke onzekerheden (waaronder de ontwikkelingen met betrekking tot verliezen in de financiële sector) en resterende neerwaartse risico’s in verband met de COVID-19-crisis is de continuïteit van de financiële intermediatie en de kredietverlening aan de reële economie in beslissende mate afhankelijk van het vermogen van de financiële sector om krediet- en waarderingsverliezen op te vangen. Op dit moment moet de bestaande kapitaalvoorraad worden gehandhaafd en – indien mogelijk – versterkt teneinde het absorptievermogen van de financiële sector te vrijwaren. Voor de toekomst is het in dit kader ook belangrijk om de financiële sector ertoe aan te zetten – indien nodig – het beschikbaar kapitaal te gebruiken om de kredietverlening aan de economie te blijven ondersteunen en bevorderen en om de kritieke financiële-intermediatiefuncties uit te voeren, ook in gevallen waarin ernstige neerwaartse risico’s zouden materialiseren. In deze gevallen kan het gebruik van kapitaal in de gehele financiële sector cruciaal zijn voor het mitigeren van mogelijke contraproductieve en procyclische kredietbeperkingen, die de impact van de crisis op de reële economie zouden versterken.

Tegen deze achtergrond onderschrijft de NBB, in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit, volledig en onvoorwaardelijk de recente mededelingen van de relevante microprudentiële autoriteiten. Op 27 juli 2020 publiceerde de ECB een aanbeveling (ECB/2020/35) waarin wordt verzocht dat “tot 1 januari 2021 geen dividenden worden uitgekeerd en dat kredietinstellingen zich niet onherroepelijk verbinden tot het uitbetalen van dividenden voor de boekjaren 2019 en 2020 en dat kredietinstellingen afzien van het inkopen van aandelen om de aandeelhouders te belonen.”[1] Op 30 juli 2020 publiceerde de NBB, in haar hoedanigheid van microprudentiële autoriteit voor de Belgische minder belangrijke instellingen (less significant institutions, LSI’s), een mededeling (NBB_2020_33) waarin deze aanbeveling van de ECB wordt uitgebreid tot de onder haar bevoegdheid vallende Belgische banken (de Belgische LSI’s). Daarnaast besliste de NBB, in haar hoedanigheid van microprudentiële toezichthouder voor de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, om deze ondernemingen te verzoeken te blijven afzien van dividenduitkeringen tot ten minste 1 januari 2021. 

De NBB, in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit, wenst te verduidelijken dat deze mededelingen/aanbevelingen van de microprudentiële autoriteiten moeten worden toegepast door alle Belgische kredietinstellingen en verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die actief zijn op de Belgische financiële markt, ongeacht of ze dochterondernemingen zijn in een internationale groep.[2] De algemene toepassing van de aanbeveling van het ESRB in alle betrokken financiële instellingen, is noodzakelijk om de financiële stabiliteit te vrijwaren en de continuïteit van de kritieke financiële-intermediatiefuncties te waarborgen en tegelijkertijd het gelijke speelveld te beschermen. De NBB roept alle Belgische kredietinstellingen en verzekerings- en herverzekeringsondernemingen daarom op om de bovenvermelde aanbeveling en mededelingen toe te passen. 

Deze mededeling is gebaseerd op het macroprudentieel mandaat van de NBB zoals geformaliseerd in artikel 36/42 van haar organiek statuut (wet van 22 februari 1998) om bij te dragen tot de stabiliteit van het financiële stelsel als geheel, met name door de robuustheid van het financiële stelsel te versterken en door systeemrisico's te voorkomen. Buiten de mededelingen geeft artikel 36/34 een overzicht van de macroprudentiële instrumenten die (krachtens het nationaal recht) ter beschikking staan van de macroprudentiële autoriteit voor de uitoefening van zijn mandaat.

 

[1] Vrije vertaling van de ECB aanbeveling (ECB/2020/35).

[2] Deze mededeling is derhalve van toepassing op alle kredietinstellingen en verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht die actief zijn op de Belgische financiële markt.