Deze paper onderzoekt empirisch de effecten van discriminerende tarieven op investeringen in geldautomaten en welvaart, en beschouwt de rol van coördinatie van investeringen in geldautomaten tussen banken. De belangrijkste bevindingen zijn de volgende. Ten eerste zijn "foreign fees" geneigd de beschikbaarheid van geldautomaten en (consumenten)welvaart te verminderen, terwijl "surcharges" de beschikbaarheid van geldautomaten en de verschillende welvaartscomponenten positief beïnvloeden wanneer de prijselasticiteit van de consumenten niet te groot is. Ten tweede kan een organisatie van de markt voor geldautomaten, die een zekere mate van coördinatie tussen banken inhoudt, wenselijk zijn vanuit een welvaartsoogpunt. Ten slotte is de beschikbaarheid van geldautomaten steeds groter wanneer een sociale planner beslist over discriminerende tarieven en investeringen in geldautomaten om de welvaart te maximaliseren. Dit impliceert dat er onderinvestering is in geldautomaten, zelfs in de aanwezigheid van discriminerende tarieven.