6:9 Artikel 59, § 2 van de toezichtswet beursvennootschappen bepaalt dat de personen die deelnemen aan de effectieve leiding of, in voorkomend geval, het directiecomité van de beursvennootschap rapporteren aan het wettelijk bestuursorgaan, de erkend commissaris en de NBB, over de beoordeling van de doeltreffendheid van de in artikel 17 van die wet bedoelde organisatieregeling, met inbegrip van de specifieke organisatorische maatregelen voor het verlenen van beleggingsdiensten, en over de maatregelen die in voorkomend geval worden genomen om eventuele tekortkomingen aan te pakken.

6:10 Deze rapportering vindt ten minste om de twee jaar plaats. In het jaar waarin er geen rapportering dient plaats te vinden, moet de vennootschap echter wel het volgende verstrekken:

• een samenvatting van de voornaamste ontwikkelingen en veranderingen, of bij gebreke daarvan, de voornaamste ontwikkelingen en veranderingen die door de effectieve leiding zijn aangebracht tijdens de periode van de rapportering in het kader van de interne controle (ook voor beleggingsdiensten en -activiteiten); en
• een verklaring van de effectieve leiding waarin deze formeel bevestigt dat de organisatie en de genomen maatregelen (met inbegrip van de beleggingsdiensten en -activiteiten) voldoen aan de wettelijke en reglementaire voorschriften.

6:11 Circulaire NBB_2011_09 verschaft nadere informatie over de verschillende verslagen die de effectieve leiding van de vennootschap moet voorleggen aan de erkend commissaris en de NBB. Deze circulaire zet ook de verwachtingen van de NBB uiteen met betrekking tot de periodieke prudentiële rapportering. Voor meer informatie wordt naar deze circulaire verwezen.