6.1.1.2. Groepsmemorandum

6:6 Wanneer de vennootschap deel uitmaakt van een groep waarop de NBB toezicht houdt, mag het memorandum dat op het niveau van de vennootschap wordt opgesteld, deel uitmaken van het groepsmemorandum[1]. In dat geval moet het memorandum worden goedgekeurd door het wettelijk bestuursorgaan van elk van de onder toezicht staande vennootschappen waarop het van toepassing is.

6:7 Behalve de relevante aspecten van de dochterondernemingen die deel uitmaken van de groep behandelt het groepsmemorandum de situatie van de instelling die verantwoordelijk is voor de groep en van de groep als zodanig en omvat het met name:

  1. een omschrijving van het groepsdoel en het groepsbelang versus de activiteitsdomeinen en de belangen van de dochterondernemingen;
  2. een omschrijving van de groepsaansturing en de organisatie van het groepstoezicht op de dochterondernemingen;
  3. de concrete taakverdeling tussen de instelling die verantwoordelijk is voor de groep en de dochterondernemingen, en met name de afbakening van de eigen bevoegdheden van de dochterondernemingen;
  4. een organigram, waarin alle organen en/of personen zijn opgenomen die verantwoordelijkheid dragen voor het bestuur en de strategie, de operationele leiding van de groep en zijn entiteiten, voor de bedrijfsonderdelen en de centraal beheerde diensten, alsook voor alle prudentieel relevante functies van de instelling die verantwoordelijk is voor de groep en de dochterondernemingen (interne audit, compliance, risicobeheer, aangewezen actuaris, boekhouding, enz.);
  5. het beleid en de regels die de groep in acht neemt inzake intragroepsuitbesteding, beheer van de divergerende belangen, enz.

 

[1]  Art. 21, § 3, tweede lid van de toezichtswet beursvennootschappen