4.3.3.3. Variabele beloning - Toepassing van hetzelfde plafond als voor banken

4:113 De IFD bepaalt dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat vennootschappen in hun beloningsbeleid de passende verhoudingen vaststellen tussen de vaste en de variabele component van de totale beloning, rekening houdend met de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap en de daaraan verbonden risico's, alsmede met de impact die de betrokken categorieën personeel hebben op het risicoprofiel van de vennootschap

4:114 Overeenkomstig overweging 25 van de IFD mogen de lidstaten echter strengere nationale vereisten opleggen inzake de maximumratio tussen de variabele en de vaste component van de beloning, of zelfs een dergelijke maximumratio opleggen aan alle of bepaalde soorten beleggingsondernemingen.

4:115 België heeft gebruik gemaakt van deze (expliciet) door de IFD geboden mogelijkheid, door het plafond voor de variabele component van de beloning voor de beursvennootschappen op hetzelfde niveau vast te stellen als voor de kredietinstellingen, wat betekent dat de variabele beloning beperkt wordt tot het hoogste van de volgende twee bedragen: (i) 50 % van de vaste beloning; (ii) 50 000 EUR, zonder evenwel het bedrag van de vaste beloning te overschrijden.

4:116 Door een identiek plafond in te stellen voor beursvennootschappen wordt er een gelijk speelveld gecreëerd met bankgroepen die ook beleggingsactiviteiten verrichten.