4.1.1 Algemene vereisten

Wettelijk en regelgevend kader:

  1. Toezichtswet beursvennootschappen: art. 17, § 1, 1°, 29 en 56
  2. Relevante thematische NBB-circulaires: /
  3. Internationale referentiedocumenten:
    • Richtsnoeren EBA/GL/2021/14 van 2 juli 2021 inzake interne governance overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/2034 => paragrafen 22 tot en met 60

 

4:2 De vennootschap bezit een transparante beleidsstructuur die een doeltreffend en voorzichtig beleid garandeert in het licht van de aard, schaal en complexiteit van de risico’s die inherent zijn aan haar bedrijfsmodel en werkzaamheden.

4:3 Overeenkomstig artikel 17 van de toezichtswet beursvennootschappen geldt als basisregel dat er op het hoogste niveau een scheiding is tussen de functies die verantwoordelijk zijn voor de effectieve leiding en de functies die hierop toezicht houden. Het gaat hierbij om de volgende functies:

  • de beleidsfunctie, die verantwoordelijk is voor de bepaling van het algemeen beleid en de strategie;
  • de managementfunctie, die verantwoordelijk is voor de leiding van de bedrijfsactiviteit; en
  • de toezichtsfunctie, die verantwoordelijk is voor het toezicht op het management.

4:4 De toezichtswet beursvennootschappen voorziet in een governancemodel sui generis[1]. In beursvennootschappen wordt de beleidsfunctie toevertrouwd aan de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders in het wettelijk bestuursorgaan, de managementfunctie aan de uitvoerende bestuurders[2] en, ten slotte, de toezichtsfunctie aan de niet-uitvoerende bestuurders, in het bijzonder (maar niet exclusief), indien van toepassing, de leden van de gespecialiseerde comités van het wettelijk bestuursorgaan die zijn opgericht op basis van de toezichtswet beursvennootschappen (risicocomité en remuneratiecomité) of op vrijwillige basis[3].

4:5 De verantwoordelijkheden voor het bestuur en het toezicht op het bestuur van de vennootschap zijn duidelijk afgebakend. De managementfunctie legt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle geledingen van de organisatie vast, preciseert de procedures en de rapporteringslijnen en ziet toe op hun toepassing. De wisselwerking tussen de managementfunctie en de toezichtsfunctie is efficiënt en constructief.

 

[1] Niettegenstaande de bijzonderheden waarin de toezichtswet beursvennootschappen voorziet als gevolg van het governancemodel sui generis, blijven de in het WVV opgenomen bepalingen van gemeen recht van toepassing.

[2] Effectieve leiders kunnen zowel uitvoerende bestuurders zijn als personen die, zonder de hoedanigheid van bestuurder te hebben, door de vennootschap als effectieve leiders worden beschouwd wegens de rechtstreekse en doorslaggevende invloed die zij kunnen uitoefenen op het beheer van alle of bepaalde activiteiten van de vennootschap.

[3] Artikel 24 (en artikel 25 voor de kleine beursvennootschappen) van de toezichtswet beursvennootschappen.