Verslag van de commissaris

Vennootschappen, verenigingen en stichtingen die een commissaris aanstellen - al dan niet omdat ze daartoe wettelijk verplicht zijn - moeten zijn verslag tegelijk met de jaarrekening neerleggen, in dezelfde taal en op dezelfde drager.

De controle in vennootschappen, verenigingen of stichtingen op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien van het WVV en de statuten, van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen, moet worden opgedragen aan één of meer commissarissen indien:

  • de vennootschap 2 jaar na elkaar op balansdatum meer dan 1 van de in Art. 1:24 WVV opgenomen criteria inzake omzet, balanstotaal en FTE overschrijdt (“grote vennootschap”, zie: Groottecriteria vennootschappen), onverminderd eventueel anders luidende reglementaire bepalingen geldend voor specifieke categorieën van vennootschappen;
  • de vereniging of stichting 2 jaar na elkaar op balansdatum meer dan 1 van de in respectievelijk Art. 1:28 WVV en Art. 1:30 WVV opgenomen criteria inzake omzet, balanstotaal en FTE overschrijdt (“grote vereniging of stichting”, zie: Groottecriteria verenigingen en stichtingen), onverminderd eventueel anders luidende reglementaire bepalingen geldend voor specifieke categorieën van verenigingen of stichtingen.

Voor vennootschappen, Vzw’s, IVzw’s en stichtingen die met hun bedrijf starten, worden voor de toepassing van bovenvermelde criteria, deze cijfers bij het begin van het boekjaar te goeder trouw geschat. Indien uit deze schatting blijkt dat minstens twee van de criteria zullen worden overschreden gedurende het eerste boekjaar, moet daarmee voor dat eerste boekjaar meteen rekening worden gehouden.

De kleine genoteerde vennootschappen, de kleine vennootschappen die organisaties van openbaar belang zijn en de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die moet consolideren (Art. 141, 2° W.Venn. / Art. 3:72, 2° WVV) zijn steeds verplicht een commissaris te benoemen.